Boekdruk

From Publication Station

Het drukken met behulp van een zetsel bestaande uit loden letters, biljetletters en clichés is een vorm van hoogdruk. Tot in de 20e eeuw werd het meeste drukwerk in grote oplagen, zoals boeken, vervaardigd in hoogdruk. Door deze zeer algemene toepassingsvorm wordt hoogdruk (door professionals in de grafische industrie) met de naam boekdruk aangeduid. Boekdruk is echter een vorm van hoogdruk.

Principe

De oudste techniek van het drukken berust op het principe van de stempel; het drukkende deel daarbij ligt hoger dan het niet-drukkende gedeelte. Kenmerkend zijn de scherpe strakke randen van de letters of afbeeldingen (kraalranden) en de 'moet', het doordrukken van de drukelementen zodat je deze aan de andere kant van het papier bijna kunt voelen.

Werkwijze

Met losse loden letters en spaties (wit tussen woorden) worden woorden en regels gevormd tot een stuk zetsel welke vastgezet wordt op de drukpers waar het vervolgens ingeinkt en afgedrukt wordt op papier. Die letters en spaties liggen in een zogeheten kast, die misschien het beste kan worden omschreven als een ondiepe lade, die in vakjes is verdeeld. Elke letter en leesteken heeft zijn eigen vakje. Daarnaast zijn er vakjes voor het zogenaamde spatiewit, dat lager is dan de letters. Dat materiaal wordt gebruikt om de woorden van elkaar te scheiden. Om de letters leesbaar op het papier te kunnen drukken, staan ze in spiegelbeeld op het letterstaafje.

Voorbeelden

Pagina uit het boek Bezette Stad (1921) door Paul van Ostayen (1896-1928)