Difference between revisions of "User:Rensvanpinxteren/proces"
Line 90: | Line 90: | ||
Ik wilde drie identiteiten vast leggen gebasseerd op hun obsessie voor technologie. De patronen zouden het contrast tussen deze personen laten zien en via het medium ‘textiel’ een identiteit vormen. Ook was het gebruik van de ‘Louët Octado’ vooraf bepaald om zo de vertaal slag te maken van mens en technologie. | Ik wilde drie identiteiten vast leggen gebasseerd op hun obsessie voor technologie. De patronen zouden het contrast tussen deze personen laten zien en via het medium ‘textiel’ een identiteit vormen. Ook was het gebruik van de ‘Louët Octado’ vooraf bepaald om zo de vertaal slag te maken van mens en technologie. | ||
− | [[File:Vragenlijst nomofobia.jpg|150px]] [[File:Vragenlijst nomofobia2.jpg|150px]] [[File:Vragenlijst nomofobia3.jpg]][[File:Vragenlijst nomofobia4.jpg|150px]] [[File: | + | [[File:Vragenlijst nomofobia.jpg|150px]] [[File:Vragenlijst nomofobia2.jpg|150px]] [[File:Vragenlijst nomofobia3.jpg]][[File:Vragenlijst nomofobia4.jpg|150px]] [[File:Vragenlijst nomofobia5.jpg|150px]] [[File:(R) Pons 3.jpg|150px]] |
De data verzamelden ik doormiddel van een enquête over ‘tech obsession’ die ik samen stelden vanuit verschillende bronnen. De 24 vragen konden worden beantwoord met een meting van één tot en met zes, één stond voor weinig en zes voor veel. De reden dat ik het getal zes gebruiken was omdat ik deze kon vermenig vuldigen door 4 waardoor je 24 zou krijgen en het antwoord zou passen in de kaders van de ponskaart. | De data verzamelden ik doormiddel van een enquête over ‘tech obsession’ die ik samen stelden vanuit verschillende bronnen. De 24 vragen konden worden beantwoord met een meting van één tot en met zes, één stond voor weinig en zes voor veel. De reden dat ik het getal zes gebruiken was omdat ik deze kon vermenig vuldigen door 4 waardoor je 24 zou krijgen en het antwoord zou passen in de kaders van de ponskaart. |
Revision as of 10:59, 23 April 2015
Contents
Proces
Tijdens mijn eerste les digital craft werd ik ingedeelt bij de groep “stitching”. Dit gaf mij de mogelijkheid om crafting vanuit een nieuw perspectief te zien. Zelf had ik weinig ervaring met naaien, borduren en breien dus begon ik vanaf nul. Dit gegeven werkte enerzijds in mijn voordeel omdat ik hierdoor de ruimte kreeg om mijn onderzoek vanuit een neutrale positie te benaderen. Anders zijds bracht dit wat onzekerheid met zich mee omdat ik de technieken niet beheersden en ik nog veel moest leren. Nou laat ik me hier niet door tegen houden en ben begonnen met een breed georiënteerd onderzoek.
Binnen mijn onderzoek stuitte ik op een craft die het zouden vormen voor mijn verderen proces ‘het maken van een tapijt’. De manier waarop tapijten werden vervaardig vond ik veruit indrukwekkend. Deze kunst is al eeuwen oud en elk tapijt draag een geschiedenis in zich mee. Veel tapijten staan symbool voor een gebeurtenis of vertegenwoordigen een familie. Deze manier van het vastleggen van een identiteit doormiddel van patronen vond ik erg interessant en komt later in mijn proces terug. De techniek van het knopen is zo verfijnd en nauwkeurig dat het jaren kan duren voordat de laatste hand aan het tapijt kan worden gelegd. Deze craft bestaat uit een reeks van herhaalde handelingen in de vorm van patronen. Zelf ben ik geen voorstander van herhaalde patronen, dus besloot ik hier tegen in te gaan en een vorm te bedenken voor een glitch in een patroon. In mijn onderzoek naar dit onderwerp kwam ik een kunstenaar tegen die mij voor was e ook nog eens in de vergrotende trap. Faig Ahmed is een hedendaagse kunstenaar die traditionele technieken toepast in de moderne context. Hij expirimenteert met vormen en dimensies in zijn objecten en zo creërt hij spectaculaire Perzische tapijten.
Ik vond zijn werken zo indrukwekkend dat ik besloot een aantal tapijtjes te kopen op de markt om ze te onderzoeken en te bewerken. Het aanpassen van de bestaande patronen in de tapijtjes was een vrij bewerkelijke klus. Dit omdat alle steken zich met elkaar verbinden en er op deze manier intens veel spanning op de omgeven draden komt te staan.
Toch wou ik graag blijven door werken met glitching in tapijten, en ik besloot weer achter mijn computer te kruipen. Ik ben met Photoshop verschillende afbeeldingen van tapijten gaan bewerken omdat ik nieuwsgierig was naar wat voor vormen hieruit zouden komen. Hier uit ontstonden spannende contrasten maar het zou een te grote uitdaging zijn om deze te realiseren doormiddel van een craft.
Wel was de stap om vanuit de computer te werken doorslaggevend voor mijn proces. Als ik een tappijt zou willen maken moest ik een patroon gaan uitwerken. Omdat een tappijt symbool kan staan voor een gebeurtenis in de tijd bedacht ik een verwijzing naar textiel en de productie hiervan. Ik vond het belangrijk om stil te staan bij de kinderarbeid in de textiel industrie en wou hieruit een provocerend patroon maken als een bewustwording. Ik wou shockeren door een patroon te maken bestaand uit duizend doodshoofden die symbool staan voor de kindslachtoffers van Rana Plaza in Bangladesh. Het medium textiel is hiervoor natuurlijk uiterst geschikt omdat deze refereed naar de herkomst hiervan. Met dit idee ben ik naar de textiel werk plaats gegaan en hier stuitte ik op het weef getouw.
A historical example
Weefgetouw
Ik besloot hier een werk op te maken en alle patroon structuren te omzeilen. Dit deed ik door de zes schachten op willekeurige manier over te halen waardoor er een patroon ontstond vanuit de toevalligheid. Ik kreeg de techniek onder de knie en vond het interessant dat je de gemaakte handelingen terug kon zien in het eindresultaat. Door achter het weefgetouw te kruipen maakten in kennis met de oorspong van deze craft en hier ben ik me dan ook later in het proces verder in gaan verdiept.
A comparative example
Glitch weefgetouw
Om weer terug te komen op het patroon met de 1000 doodshoofden ben ik mijn schets gaan uitwerken in het programma WinWeef. Dit is software waarmee je patronen kan uittekenen voor de ‘Louët Octado’ een digitaal aangestuurd weefgetouw. Doordat in de software de x (kettingdraad) en de y (inslagdraad) as in verband met elkaar staan, maakte ik een interessante fout. Ik had mijn patroon uitgetekent in de y as en verschooft hierna het patroon in de x as en zo ontstond daar per toeval mijn lang begeerte glitch. Deze ben ik direct gaan uitweven en heb zo mijn glitch weten te vangen in een weefpatroon.
An example of a new skill
Ponskaart - knitting
x = 7 y = 2 x = y / 2 y = 1 x = 13 y = 13 13 = - 3 x y = x / 2
De data die ik produceerden van uit mijn algoritme heb ik omgezet in een werkt dat ik wilde vervaardigen met de breimachine.
An exmple of a meterial pushed to the limit
1440 minute ponskaart
Hier wou ik me graag in gaan verdiepen en zo kwam ik terrecht bij de binaire code ofterwijl de taal van data. Tijdens mijn onderzoek naar het samenstellen van data kwam ik erachter dat een ponskaart 1440 mogelijkheden kent, dit staat gelijk aan de minuten van de dag. Dit was een goude gegeven en ik besloot een systeem te bedenken waarmee ik elke minuut van de dag kon registreren in 1 of 0 ofterwijl ja of nee. De gegevens die ik zou registreren waren afkomstig van de vraag: heb je deze minuut bewust gehandelt? natuurlijk is het onnatuurlijk om je hier elke minuut aan te houden. Hiernaast zou het ook geen eerlijke meeting zijn omdat je jezelf er dan van bewust maakt of bewust was of niet waardoor deze bij voorbaat al bewust is. Daarom zetten ik mijn wekker om het uur en keek ik terug in de tijd of ik inderdaad bewust had gehandelt. Het was een intensieve opdracht die me meer dat 18 uur heeft bezig gehouden. Hiermee legden ik een stukje persoonlijke informatie vast die bijdraagt aan mijn identiteit. Zelf vond ik dat de vertaling naar een breiwerkt tekort deed aan de inhoud van de informatie.
Final work
Daarom besloot ik via het medium ponskaart opnieuw data vast te leggen alleen deze keer wou ik vergelijkings materiaal hebben om hier een conclusie uit te kunnen trekken. Omdat het breiwerkt geen succes was besloot ik mijn eindwerk uitteweven als vertaling van de ponskaart.
Ik wilde drie identiteiten vast leggen gebasseerd op hun obsessie voor technologie. De patronen zouden het contrast tussen deze personen laten zien en via het medium ‘textiel’ een identiteit vormen. Ook was het gebruik van de ‘Louët Octado’ vooraf bepaald om zo de vertaal slag te maken van mens en technologie.
De data verzamelden ik doormiddel van een enquête over ‘tech obsession’ die ik samen stelden vanuit verschillende bronnen. De 24 vragen konden worden beantwoord met een meting van één tot en met zes, één stond voor weinig en zes voor veel. De reden dat ik het getal zes gebruiken was omdat ik deze kon vermenig vuldigen door 4 waardoor je 24 zou krijgen en het antwoord zou passen in de kaders van de ponskaart.
Deze drie mensen waren alle (verslaving gevoelig)(afkomstig uit het zelfde werkveld). Hiermee wou ik aantonen dat drie mensen uit de zelfde (omgeving) contrasteren en zo een identiteit krijgen. De antwoorden van enquête vormden de data voor de ponskaart omgezet in een weefpatroon.
3D carriage