STATEMENT
Ik weet niet waarom, maar al een hele lange tijd wilde ik naaien. Naaien met naald en draad, werken met stof. De kleine handeling waarmee je iets achterlaat op een materiaal, of iets met elkaar verbind, trok me aan. Ik slaakte dan ook, letterlijk, een kreet van blijdschap toen ik in de stitching groep zat.
Dit (gehele!) kwartaal heb ik dan ook gewerkt met naald en draad. Telkens heb ik deze gecombineerd met een ander materiaal. Dit andere materiaal verschilde van mensen tot zeer lichte en bewegelijke stof tot papier.
Ondanks dat ik verschillende materialen gebruikt heb voor mijn examples zit er, voor mijn gevoel, een duidelijk lijn in. De dingen die ik gemaakt heb zijn intiem en subtiel. Ze hebben iets liefelijks, maar op de een of andere manier schuurt het. Dit schuren wordt veroorzaakt door de combinatie van het liefelijke gebruik van naald en draad en wat ik hier mee bewerk(stellig). Denk bijvoorbeeld aan het vastrijgen van mensen aan elkaar en het overstikken / overtrekken van foto’s.
Het meest interessantste dit kwartaal vond ik het proces van het stikken. De repetitie van dezelfde handeling, opnieuw opnieuw opnieuw / naai naai naai, vind ik ongelofelijk fascinerend. Het ritme dat er ontstaat doormiddel van deze herhaling vind ik fijn. Daarbij vind ik het interessant dat er doormiddel van de handeling een lijn achtergelaten wordt waardoor de handeling meteen zichtbaar is.
Daarnaast vind ik het verrassend hoe intiem ik het stikken ervaren heb en hoe fijn ik dit vind. Als ik stik dan is het alleen het materiaal, de naald, de draad en mij. Ik voel me daadwerkelijk verbonden met de materialen doormiddel van het stikken. Dit heb ik nog nooit eerder met een techniek gehad.
Een reden waarom ik het stikken zo intiem ervaar is denk ik omdat de handeling zo klein is. Steekje voor steekje. En ieder steekje kan weer op een andere manier gedaan worden en moet op de juiste plek gezet worden. Ik ben de gehele tijd geconcentreerd. Daarbij speelt het in de handen houden, het voelen van, het materiaal ook een rol.
Zo was het bij het overtrekken met draad van een van de drie vrouwen, die ik eerst met krijt had overgetrokken, een haast liefelijk spel tussen mij, de stof en de naald. De bewegelijke en lichte stof hing vanaf het plafon naar beneden en ik moest heel voorzichtig de lijn zien over te trekken.
Voor mij ging het dit kwartaal in eerste instantie om het ontdekken van een nieuwe techniek: stikken. Zoals hierboven al genoemd wilde ik dit al heel lang. Maar naarmate het kwartaal vorderde kwam ik er achter dat het niet om de nieuwe techniek draaide, maar om intimiteit.
Naast dat ik me verbonden met de materialen en het stikken voelde heb ik ook heel close met andere mensen gewerkt. Connected, letterlijk en figuurlijk, tot iets of iemand zijn. Zo heb ik mensen aan elkaar en aan mezelf vast geregen en heb ik de naakte lichamen en die van mezelf overgetrokken met naald en draad.
De intimiteit die bij deze handelingen gepaard gaat hoort bij het werk. Voor mijn gevoel komen deze handelingen in de buurt van performances, maar dan zonder publiek.
Als ik naar de culturele context van mijn werk van het afgelopen kwartaal kijk moet ik meteen aan Tammy denken van het Tammy’s Handbook of Stitches. Tammy legt op youtube 52 borduursteken uit, in 52 weken, in 52 aparte video’s. Elke video is niet langer dan twee en een halve minuut, terwijl de intro 1.15 minuut is. Geweldig! Het is kneuterig en lief en fantastisch tegelijkertijd.
Tammy staat voor mij voor de grote creatieve community online. Een community die elkaar met creatieve bezigheden ondersteunt, aanmoedigt en elkaar, net zoals Tammy, dingen leert.
Mijn werk valt niet meteen binnen deze community. Maar de lieftalligheid die zij voor hun werk voelen deel ik.
Het proces van het stikken en het stikken op zichzelf heeft en gaat zeker mijn practice veranderen. Ik heb me nog nooit zo connected en goed gevoelt bij het gebruiken van een bepaalde techniek en materiaal (vooral de lichte bewegelijke stof). Ik wil onder andere graag verder doorborduren op de drie vrouwen. Het overtrekken van het menselijke lichaam vind ik interessant. Daarnaast wil ik textiel meer in mijn werk gaan gebruiken, bijvoorbeeld in een installatie of als een sculptuur an sich. En ik wil, moet!, verder met het langdurig herhalen van de kleine handeling van het stikken.
Mijn werk maak ik, omdat ik dat moet. Dat moet voor mezelf. De gehele dag zie ik dingen die in mijn hoofd omgezet worden tot connecties tot andere dingen, waarna er een idee ontstaat dat in mijn hoofd rond blijft spoken totdat het een vorm heeft gekregen. Ik denk dat als ik dit niet zou doen ik een geplukte klaproos zou worden. You have to feed the soul.
Dit kwartaal ben ik er alleen achter gekomen dat voor nog een andere reden (kan) maken. Namelijk voor de connectie met mezelf.