User:Ninavdbroek/GRADUATING

From DigitalCraft_Wiki
< User:Ninavdbroek
Revision as of 11:33, 9 February 2015 by Ninavdbroek (talk | contribs) (Created page with "RESOURCES http://motherboard.vice.com/nl/read/om-de-mensheid-te-redden-moeten-we-technologie-als-natuurproduct-zien?trk_source=homepage-lede Om de mensheid te redden moete...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search

RESOURCES

http://motherboard.vice.com/nl/read/om-de-mensheid-te-redden-moeten-we-technologie-als-natuurproduct-zien?trk_source=homepage-lede


Om de mensheid te redden moeten we technologie als natuurproduct zien DOOR WESTER VAN GAAL February 6, 2015 // 01:00 PM CET

​Onlangs las ik een rapport van het Rathenau instituut: ‘Intieme technologie: De Slag om ons Lichaam en Gedrag.’ Het betreft hier geen feministisch pamflet, maar een uitstekende verhandeling over de vervagende grens tussen mens en machine, en tussen natuur en technologie. In de conclusie pleit de auteur voor een ‘bewustere omgang met technologie.’

Dat is een mooi voornemen, maar hoe zorg je ervoor dat een samenleving ineens en masse ‘bewust’ met technologie omgaat? Samenlevingen staan erom bekend dat ze maar moeilijk in beweging komen.

Bovendien is er na twee eeuwen industrieel geweld een polarisatie ontstaan in ons denken over natuur (goed) en technologie (slecht). Zolang die tegenstelling bestaat, zullen we technologie verstoppen achter labeltjes groen en duurzaam en stilletjes hopen dat moedertje natuur ons zal redden van onszelf, als we maar volgens haar regels spelen.

Dit is precies wat we niet moeten doen. Een bewuste visie op een technologische toekomst is pas mogelijk als we de natuur niet idealiseren en daarnaast inzien dat er geen andere toekomst mogelijk is dan een technologische.

Daar is een simpele reden voor.

TECHNOLOGIE IS NATUURLIJK

In Summa Technologiae, een meesterlijk essayboek uit 1964 over de toekomst van technologie (waar ik eerder al eens over schreef) stelde Stanislav Lem (stiekem een van de grote denkers van de 20ste eeuw, maar niemand kent hem) dat ‘techno-evolutie’ en bio-evolutie twee fases zijn van hetzelfde proces. De een is niet ‘natuurlijker’ dan de ander want ze opereren binnen de wetten van de natuur, waarmee zij volgens Lem aan beiden “haar stille goedkeuring geeft.”

Het is de natuur die neigt naar leven, en leven veroorzaakt technologie, beiden met als doel een nieuw equilibrium te bereiken.

Voorbeeld: toen een groep kraaien in een verstedelijkt gebied in Japan een onkraakbaar nootje vonden, ontwikkelden ze een slim systeem met stoplichten en zebrapaden. Precies wanneer er een auto aankomt gooien ze het nootje onder de band. Ze wachten dan op de stoep tot het licht op rood springt, en terwijl de auto’s stationair draaien, wulpen ze de delicatesse vlug hun snaveltje in.



Deze gedragsverandering zou je ook een ‘uitvinding’ kunnen noemen. De ontwikkeling van de zwervende mens naar sedentair wezen ging langs dezelfde lijnen, van generatie op generatie. Er was geen Einstein uit het stenen tijdperk die zijn vrienden ging ‘overhalen’ een akker aan te leggen.

SEKSUELE SELECTIE & DUITS DESIGN

Er zijn nog een paar opmerkelijke analogieën tussen techno-evolutie en bio-evolutie, wat Lem aan de hand van een serie observaties laat zien.

Ze beginnen vaak klein, en onhandig, en lijken vaak nog erg op hun voorganger: zoals de eerste vogel leek op een hagedis zo leek de eerste auto op een koets. Maar een goed idee blijft zelden alleen. Na een tijdje in de marge te hebben gerommeld, volgt, als de concurrentie eenmaal verslagen is, snel een nucleaire uitbreiding van hypergespecialiseerde soorten met hetzelfde idee. Uit de auto ontpopte zich de brandweerwagen, de bus, de ziekenauto de benzineslurpende grasmaaier etc. Hetzelfde gebeurde bij de zoogdieren. Toen na het exit-dino-event 65 miljoen jaar geleden de woelmuis het voor het zeggen kreeg, werd onze wereld binnen een paar miljoen jaar bevolkt door vleesetende koala’s, sabeltandtijgers en cavia’s van 1000 kilo.


En zoals Paradijsvogelmannetjes de test des tijds doorstaan doordat hun kuif net iets guitiger omhoog steekt dan die van de buurman, maakt de VW-kever een onverwachte doorstart in een geheel nieuw biotoop van strandtenten en ballen, terwijl de Toyota Starlets, op elk niveau een praktischer wagen, al lang op de sloop liggen te verroesten. Ook in de natuur gaan de hippe vogels er met de guitjes vandoor. Ook de natuur heeft gevoel voor stijl.

Het belangrijke verschil is dat bio-evolutie “niet weet waar het mee bezig is.” Ze is immoreel, “als een gokker die het niet kan schelen welk van z’n paarden de eindstreep haalt.” De menselijke ontwikkeling heeft zich tot voor kort volgens dezelfde methode van ‘trial and error’ ontwikkeld, maar na duizenden jaren zijn wij sinds kort in staat vooruit te denken. We weten bijvoorbeeld dat we ooit in staat zijn energie te halen uit kernfusie, de energie van de zon en de sterren.

Ook al komen we qua vernuftigheid nog lang niet bij de natuur in de buurt - we kunnen het hart hooguit repareren, niet namaken – we kunnen wel een ‘doel’ formuleren. De mogelijkheid om vooruit te denken geeft ons een voorsprong op het ontwerpproces van de natuur. De enige reden dat de oplossingen van de natuur beter lijken dan de technologische, is omdat ze er miljarden jaren de tijd voor heeft gehad, maar haar designproces zit vol fouten.

“TOCH PRIMA ZO?!”

We shouldn’t overstate her wisdom” zei evolutionair bioloog Jack Haldane in 1928: “evolution will run its course... which is mostly down.” Negen-en-een-half van de tien soorten die ooit hebben rondgelopen zijn uitgestorven; vanuit evolutionair oogpunt totaal mislukt. Iedereen die nog steeds denkt dat de natuur in evenwicht is, moet zich nu op z’n hoofd krabbelen. Natuurlijk evenwicht is incidenteel en tijdelijk, haar mislukkingen eerder regel dan uitzondering.

Neem de barbirusa, een zwijn dat op latere leeftijd zijn eigen hersenpan doorboort met een almaar groeiende tand, of de amfibische eiseltwormsalamander, een project dat evolutie als een verveeld kleutertje terzijde schoof net toen het op een halve stijve zonder ogen leek.

Toen onlangs in Indiana een vis uit een grot kwam zwemmen zonder ogen met zijn anus boven zijn mond, bleek dat het beest miljoenen jaren geleden een ‘gewone’ vis moet zijn geweest die ‘per ongeluk’ een verkeerde afslag nam, verdwaalde, en toen evolueerde in een ongelukkig monster. ​​


“Toch prima zo?!”

Mwoa... evolutie, kan beter. (Psst, er is trouwens een Tumblr vol vol met voorbeelden van hoe de evolutie de plank mis kan slaan. Haha, evolutie, wat ben je toch een fuckup soms.)

De gedachte dat de natuur onverbeterbaar is, zit techno-evolutie in de weg. Menselijk ingrijpen krijgt een negatieve connotatie omdat het onnatuurlijk zou zijn. Maar de natuur is een toevallig evenwicht. Een gelukje bij een ongelukje. Ouderdomsziekten, botverkalking, een eeuwig groeiende tand: ze hebben geen functie, en het is de bedoeling eraan te sleutelen. Everybody’s doing it, zelfs de natuur.

Alleen hoe zorg je ervoor dat onze moderne samenleving haar techno-evolutie ‘bewust’ ter hand neemt en niet gebruikt om de wereld leeg te zuigen? En zo zijn we het cirkeltje rond.

WAT NU?

Om bewust te worden, schrijft Lem, zou de samenleving los moeten komen van de technologie van elementaire problemen. De productie van voedsel, energie, onderdak en middelen moet onzichtbaar zijn, net als zuurstof. Niet om te kunnen zwelgen in weelde, maar zodat we op de vraag komen: Oké, wat nu?

Lem schrijft dat: “The state of having been liberated from the compulsion to undertake actions that have to satisfy elementary needs will allow us to select a further option.”

Nu het zo’n beetje zeker is dat veel van de baantjes waar we nu voor naar school gaan, over tien tot twintig jaar door machines uitgevoerd kunnen worden, worden er links en rechts oude ideeën van zolder gehaald. Een van de ideeën is het basisinkomen: 'gratis geld' voor iedereen. De herwaardering van deze oude gedachte loopt samen met de berichten over de verregaande automatisering en veel hedendaagse denkers zijn overtuigd van de haalbaarheid van het idee.

Ook Kim Putters, directeur van het SCP, zei onlangs al dat we af moeten van het de fixatie op volledige werkgelegenheid. Maar wat blijkt nu, uit een onderzoek van Tns-Nipo ziet de helft van de Nederlanders het basisinkomen niet zitten. Zij vinden namelijk dat “je moet werken voor je geld.”

Werk staat in onze beschaving zo centraal dat ons individuele bestaansrecht verdwijnt zodra we geen werk hebben. We raken depressief, verliezen een gevoel voor eigenwaarde, etc. Wij kennen arbeid haar waarde toe, omdat de wereld waarin wij leven ons dwingt te werken. Er moet brood op de plank. Daarin verschillen we verrassend weinig van alle beschavingen voor ons. Tegelijkertijd maakt automatisering menselijke arbeid gestaag overbodig.

Een beschaving is net als de natuur een tijdelijk equilibrium

De grootste barrière voor een ‘bewuste’ omgang met technologie en een betere toekomst is onze gedachte over wat een rijk leven inhoudt. We kunnen blijven werken, veertig uur, tachtig uur, en denken dat dat is wat ons mens maakt, of we kunnen de mogelijkheden omarmen die technologie ons geeft zodat er tijd over is voor andere kwesties – bedenken hoe we de aarde kunnen redden bijvoorbeeld.

Het is aannemelijk dat het binnen een generatie of twee technologisch mogelijk is te voorzien in onze basisbehoefte zonder daarvoor veel te hoeven werken. In zijn essay ‘Economic Possibilities for our Grandchildren,’ voorspelde Keynes, de meest invloedrijke econoom van de twintigste eeuw, in 1930 al de 15-urige werkweek. We lopen wat achter, maar het lijkt haalbaarder dan ooit.

Als de mens eindelijk ontsnapt uit “de tunnel van economische noodzaak,” schrijft Keynes, ontstaat er een nieuw evenwicht. Hoe ziet dat er precies uit? Het lijkt een beetje alsof de mens zichzelf door techno-evolutie opnieuw uitvindt.

Toen de mens nog bessen plukte, waren de beschavingen en steden van slechts een paar duizend jaar later ondenkbaar. En voor duizenden jaren daarna dacht de mens voor altijd met ‘het zweet op z’n lippen zijn brood te moeten verdienen’ (Genesis 3: 19), tot de industriële revolutie er via een paar omwegen voor zorgde dat 8 uur per dag 5 dagen per week op een gemakkelijke stoel, genoeg is. Nu is het voor de industriële mens, ons dus, nabij onmogelijk een samenleving voor te stellen waar arbeid niet de functie meer heeft een gigantische infrastructuur van vraag en aanbod in stand te houden, maar een bewuste dagbesteding is die direct of indirect bijdraagt aan een betere wereld.

Een beschaving is net als de natuur een tijdelijk equilibrium. Er is geen natuurwet die maakt dat wij niet kunnen ontsnappen aan een technologische ondergang. We hebben de vrije keus technologie in te zetten om de wereld te verbeteren en fouten uit het verleden te verhelpen. Maar daar is wel eerst een maatschappelijke omslag voor nodig. Een belangrijke voorwaarde daarvoor is een zekere mate van mentale vrijheid van de zorgen van vandaag. Het basisinkomen kan daarin een eerste stap zijn.

Bij het wegvallen van alledaagse zorgen ontstaat er extra ruimte om over de toekomst na te denken. Arme mensen maken onverstandige beslissingen omdat ze het eind van de dag moeten halen. Dit geldt zowel voor het individu als voor de samenleving. Beleidsvormers maken beslissingen op basis van een tekort aan tijd en middelen en zijn in dat opzicht net zo onverstandig als armoedzaaiers.

Het vergt wat inbeeldingsvermogen om je voor te stellen hoe een wereld eruit ziet zonder prangende financiële zorgen. Een samenleving waarin geld langzaam gratis wordt, zal minder geneigd zijn haar betekenis te halen uit een maximalisatie van de winsten, en haar technologie eerder inzetten voor maatschappelijk belang. Niet onze wereld, maar de wereld van onze kinderen of kleinkinderen, wiens ‘financiële toekomst’ veilig is, zal meer tijd hebben om over de toekomst na te denken.


Stanislav Lem/ Summa Technologiae, Keynes/ ‘Economic Possibilities for our Grandchildren,’/ Meest invloedrijke econoom 20ste eeuw.